Etiquette! Eerder publiceerden we samen met Transition een artikel met een voorbeeldbrief. Daarmee kon je het plaatselijke zwembad vragen om (veiligheids-)maatregelen om het banenzwemmen voor iedereen prettiger te laten verlopen. Maar we zijn eigenlijk ook wel benieuwd naar jullie suggesties! Dus: wij doen hier een schot voor de boeg en jullie vullen hem hieronder aan, OK? Ready, set, go!
Moet je bij jouw training tussen de recreanten door slingeren? Zijn er nergens regels over snellere of langzamere banen? Liggen er geen lijnen in? Schrik je soms van ‘overstekend wild’? Hier een paar suggesties voor een gezellige zwemmers-etiquette, die bijdragen aan het plezier voor zowel de hele ontspannen als bloedfanatieke banenzwemmers:
- Lijn(en) in het water: staat misschien minder gezellig -althans, dat argument horen wij wel eens- maar lijnen in het bad zorgen ervoor dat zwemmers weten waar ze kunnen zwemmen. Als iedereen rechts houdt in de baan wordt het al een stuk veiliger.
- Bordjes bij de banen: wel zo handig als alle snelle zwemmers bij elkaar liggen. En andersom: dat mensen ook weten waar de zgn ‘Kwebbelbox’ is.
- Eén slag per baan: borstcrawl bij borstcrawl en schoolslag bij schoolslag. De reden: het vermijden van grote snelheidsverschillen en onbedoeld trappen tegen medezwemmers.
- De ‘Wet van Maarssen’: ben je maar met twee personen in één baan? Dan kan je ieder aan één kant van de baan blijven zwemmen (wel in overleg doen natuurlijk). Ben je met meer dan twee mensen dan ga je cirkelen, ofwel houd je rechts aan.
- Keren in het midden, pauzeren aan de kant: Wil je doorzwemmen, keer dan om in het midden van de baan. En keren betekent: aantikken en meteen terug. Wil je even uitrusten na je interval, doe dat dan aan de zijkant van je baan / het bad. Zo zit niemand elkaar in de weg. Aan het eind van je interval? Zwem dan vast naar de buitenkant van de baan.
- Inhalen = inspannen: Wil je iemand inhalen, doe dit dan op een geschikt moment. Net als in het verkeer dus: eerst kijken en inschatten en ga je langs iemand heen, doe er dan niet te lang over. Dus niet pal voor het keerpunt nog proberen in te halen, dat is niet zo gezellig.
- Handen thuis! In sommige van onze Bikkelgroepen is het gebruikelijk om iemands voet kort aan te tikken om te laten merken dat je erlangs wilt. Maar onze Bikkels kennen elkaar goed en accepteren dat. Onbekenden zitten daar vaak helemaal niet op te wachten. Niet doen dus, tenzij je iets met elkaar kan afspreken.
- Ingehaald worden is niet erg: word je ingehaald, houd dan ook zelf even in. Dat maakt het voor degene die je passeert makkelijker om erlangs te komen.
- Moet je per sé vlinderen? Ben je niet alleen in je baan, vraag je dan af of die 25 meter vlinderslag echt zo noodzakelijk is in je training. Vlinderslag neemt veel ruimte in en de kans op ongelukken is groot als je niet alleen bent.
- En koprollen? Is het erg druk, bedenk je dan goed of je echt een koprolkeerpunt wil maken. Vaak gaat het goed, maar in drukte kan het tot onbedoelde knuffels leiden. Je kunt je dus afvragen of het noodzaak is.
- Dreig je toch in een kluwen terecht te komen? Kan gebeuren natuurlijk, alle goede intenties ten spijt. Stop dan gewoon even, lach vriendelijk en zoek de ruimte op. Echt waar, het helpt iedereen.
12 en verder… we kunnen hier met alle gemak een top-40 van maken maar nu mogen jullie schieten. Wat mist hier? Of zijn we veel te voorzichtig? Eisen we teveel ruimte op? Moeten we gewoon ons eigen zwembad gaan graven? Roept u maar!
De meeste zwem horloges tellen ook slagen en banen, maar zijn ook snel van slag(letterlijk). Als je wat langere afstanden wilt zwemmen in een zwembad is constant door zwemmen bijna noodzakelijk. Ik merk dat aantikken van je voorganger voor het keerpunt (bijna) goed altijd werkt. Dus ik blijf lekker aantikken.
Als je in de snelle baan zwemt, check dan ook of je daar goed zit. Als je elke 2 a 3 banen door dezelfde zwemmers wordt ingehaald, kun je beter een in andere baan gaan zwemmen.